Motieven & Weerstanden
Veel mensen denken dat wij rationele wezens zijn, maar wist je dat menselijk gedrag grotendeels gestuurd wordt door onbewuste en automatische processen? Fundamentele behoeften, zoals de behoefte aan autonomie en acceptatie door anderen, maar ook omgevingsprikkels bepalen sterk hoe we ons gedragen. Goede intenties leiden hierdoor niet altijd tot het gewenste gedrag. Dit geldt ook voor de naleving van regels en wetten. Het is daarom waardevol om inzicht te krijgen in de bewuste en onbewuste motieven en weerstanden van onze doelgroep. Waarom voeren ze wel of niet het gewenste gedrag uit? Door deze motieven en weerstanden te onderzoeken, krijgen we inzicht in de (onbewuste) drijfveren van onze doelgroep, waardoor we hen beter leren begrijpen. Op basis van deze inzichten adviseren we hoe je gericht kunt inspelen op deze drijfveren en het gewenste gedrag bij de doelgroep kunt stimuleren.
In gesprek met de doelgroep
Om de motieven en weerstanden te achterhalen omtrent de naleving van de leeftijdsgrens, gaan we aan de hand van een gestructureerde vragenlijst in gesprek met alcoholverkopers, hun leidinggevenden, minderjarigen, meerderjarigen en ouders. We stellen het gewenste gedrag vast en vragen naar hun argumenten voor en tegen dit gedrag. Welke (on)bewuste redenen hebben zij om het gewenste gedrag te laten zien (motieven)? En welke (on)bewuste redenen hebben zij om het gewenste gedrag niet te laten zien (weerstanden)?
Motieven
Twee typen motieven spelen een rol bij het tot stand komen van gedrag:
- Interne motieven: motieven van binnenuit. Jongeren kunnen bijvoorbeeld alcohol drinken, omdat ze zich beter willen voelen.
- Externe motieven: motieven die van buitenaf komen. Jongeren kunnen bijvoorbeeld alcohol drinken, omdat ze groepsdruk ervaren. Wanneer een externe motivator wegvalt, valt ook het gedrag weg.
Weerstanden
Drie typen weerstanden spelen een rol bij het veranderen van gedrag.
- Reactance: mensen ervaren weerstand tegen gedragsverandering doordat ze zich beperkt voelen in hun vrijheid. Mensen hebben behoefte aan autonomie en vinden het niet prettig wanneer deze geschonden wordt. Een veelgehoord voorbeeld van dit type weerstand is: ‘Ik bepaal zelf wel of ik alcohol drink!’
- Scepticisme: bij deze weerstand gaat het om twijfels over de noodzaak van gedragsverandering. Een voorbeeld van scepticisme is: ‘Nog één biertje extra kan toch geen kwaad?’
- Inertia: mensen verzetten zich simpelweg tegen verandering in het algemeen. Ze laten de situatie liever zoals deze is en willen geen energie steken in nieuwe ideeën of handelingen. Bij inertia gaat het om mensen die wel vinden dat gedragsverandering noodzakelijk is, maar toch geen actie ondernemen. Een voorbeeld is: ‘Ik zou inderdaad eens met mijn kind moeten praten over alcoholgebruik, maar ik heb er geen tijd voor’.
Aan de hand van kennis over de motieven en weerstanden van de doelgroep geven we advies over het veranderen van (ongewenst) gedrag. Naast het geven van advies kunnen we ook meedenken over het ontwikkelen van gedragswetenschappelijke interventies.
Wil je meer weten over ons motieven en weerstanden onderzoek?